Het wereldbeeld van de burgemeester van Amsterdam

De denker Femke Halsema

Als burgemeester van Amsterdam moet de uitgesproken Femke Halsema ook wetten uitvoeren waar ze het niet mee eens is. Wat zijn haar overtuigingen?

Portret van Femke Halsema, de eerste vrouwelijke burgemeester van Amsterdam en de eerste GroenLinks-politicus in die functie. Ze volgt Eberhard van der Laan op, die in oktober vorig jaar overleed.
Portret van Femke Halsema, de eerste vrouwelijke burgemeester van Amsterdam en de eerste GroenLinks-politicus in die functie. Ze volgt Eberhard van der Laan op, die in oktober vorig jaar overleed. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

De hoofdstad krijgt een burgemeester met uitgesproken opvattingen. In dat opzicht verschilt Femke Halsema, die donderdagmiddag de ambtsketen omgehangen krijgt, niet van haar voorganger Eberhard van der Laan. Wat wel anders is: de voormalige fractievoorzitter van GroenLinks houdt van schrijven. Dat doet ze al meer dan vijfentwintig jaar: voor, tijdens en na de Haagse politiek. Amsterdam wordt straks bestuurd door een nieuwsgierige intellectueel.

Formeel gaat ze alleen over openbare orde en veiligheid – alle andere onderwerpen zijn van de wethouders. Ze is afhankelijk van de andere partijen uit het college, van de oppositie (als voorzitter van de gemeenteraad) en – bovenal – van wetgeving uit Den Haag. Ze heeft wel een ander wapen: management by speech. De burgemeester kan een debat initiëren, een statement maken – te beginnen vandaag, bij haar installatiespeech.

Wat zijn Halsema’s diepste overtuigingen, wat is haar morele kader? Sinds haar vertrek uit de partijpolitiek in 2010 heeft ze uitgebreid gepubliceerd: als essayist in de Volkskrant en columnist bij De Correspondent, in haar politieke memoires, tv-documentaires, lezingen, een theatertournee – zelfs als tijdelijke televisierecensent. Dit is het wereldbeeld van de nieuwe burgemeester van Amsterdam.

  1. Het ambt

    Halsema is zich bewust van de kwetsbare positie waarin ze straks verkeert. De lokale politiek, zo schrijft ze in 2014, is „het weeskind van de democratie”. Daar hebben partijen een nóg groter rekruteringsprobleem dan in Den Haag. Lokale politici zijn onbekend, onbemind en amper opgewassen tegen hun taak.

    En dat terwijl de Haagse politiek de gemeentes zware taken heeft gegeven op het gebied van zorg en werkloosheid – én ze tegelijkertijd heeft opgezadeld met een reusachtige bezuiniging. Gevolg: lokale politici met „een wankel mandaat en een kwetsbaar imago”.

    De burgemeester, hét gezicht van de lokale politiek, is in toenemende mate vogelvrij, meent Halsema. Wanneer Onno Hoes in 2014 ten val komt als burgemeester van Maastricht, is ze des duivels. De door PowNews heimelijk gefilmde flirtages van Hoes met een toyboy noemt ze „homofobe, kleinburgerlijke riooljournalistiek”. Nóg kwader is ze op de „benepen sufferd” Bernt Schneiders, die als toenmalig voorzitter van het Genootschap van Burgemeesters Hoes niet onvoorwaardelijk steunt.

    PowNews bestaat inmiddels niet meer, GeenStijl nog wel. De afgelopen maanden voerde het weblog stevig campagne tegen Halsema.

    Lees ook over Femke Halsema: raspolitica met een stekelig karakter
  2. Politieke correctheid

    Voor haar tegenstanders staat Halsema voor alles wat er niet deugt aan de ‘linkse elite’ en haar ideologische stokpaardjes. „Een symbool van wegkijkend multiculturalisme, grachtengordeliaans elitarisme en linkse zelfgenoegzaamheid”, zo omschreef ze zichzelf ooit met de nodige zelfspot.

    Elitair is Halsema misschien, links is ze zeker, maar aan ideologische scherpslijperij heeft ze een grondige hekel. Uit haar artikelen en boeken blijkt juist antipathie jegens de politieke correctheid, het slachtofferdenken en de zelfcensuur die onder sommige linkse politici en actievoerders gemeengoed is.

    Die afkeer stamt al uit de jaren tachtig, als Halsema studeert in Utrecht. In de linkse kringen is daar „een wedren gaande in ideologisch puritanisme”. „Kritisch zijn”, schrijft ze, „betekent in de jaren tachtig dat je altijd en overal op zoek bent naar de racistische, seksistische en imperialistische ondertoon in politieke discussies.”

    Vervang ‘imperialistisch’ door ‘koloniaal’ en je hebt het linkse actiejargon dat anno 2018 ook opgang maakt binnen Halsema’s eigen partij, GroenLinks.

    In een column getiteld ‘Zijn linkse mensen beter?’ maakt Halsema in 2014 gehakt van het morele superioriteitsgevoel onder linkse wereldverbeteraars. „Het idee dat linkse opvattingen je tot een beter mens maken, is niet alleen onnozel maar ook behoorlijk arrogant.”

    Halsema weigert burgers als willoze slachtoffers van ‘het systeem’ te zien. In haar geschriften wijst ze telkens op „de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de problemen”. In die zin is het niet vreemd dat de VVD-jongerenorganisatie haar ooit uitriep tot ‘liberaal van het jaar’.

    Is Halsema dan niet links? Jawel. Alleen niet klassiek links. De stroming waarin ze zich het meest thuis voelt, omschrijft ze in 2004 als ‘vrijzinnig links’. Ze heeft niets met paternalisme, betutteling of gemeenschapsdenken. In Halsema’s wereldbeeld draait het om individualisme, vrijheid en non-conformisme. „De vrijheid om anders te zijn.”

    Hoewel ze in die tijd een peuter was, voelt Halsema (1966) zich een erfgenaam van de jaren zestig. Haar eindexamenwerkstuk geschiedenis ging over de provo-beweging, met z’n ‘magische aksies’ en wittefietsenplan. In dat opzicht past ze uitstekend bij het vrijgevochten Amsterdam. Het valt minder goed te rijmen met de verbindende rol van burgemeester, die er toch vooral is om het wij-gevoel in de stad te versterken – zeker op momenten van crisis.

  3. Feminisme

    Als eerste vrouwelijke burgemeester van de hoofdstad is Halsema onvermijdelijk een feministisch rolmodel. De nieuwe burgemeester is „sinds lang een overtuigde feminist”. Ze heeft zich altijd te weer gesteld tegen het old boys’ network, het ‘glazen plafond’ en de onderdrukking van vrouwen – of het nou in de islam is of bij de mannenbroeders van de SGP.

    Als GroenLinks-leider kreeg Halsema al een ongezonde dosis seksisme en vrouwenhaat over zich heen, beschrijft ze in haar memoires. Toch zul je haar zelf niet snel iemand horen beschuldigen van seksisme. Het fanatisme waarmee sommige feministen mannen de maat nemen, staat haar tegen. Dat riekt naar „benepenheid” en „zware morele oordelen”, schrijft ze. „Als een man een blote vrouw op zijn borst tatoeëert, graag naar porno kijkt en met zijn vrienden in de kroeg seksgrappen maakt, is ’ie nog geen seksist.”

    Dezelfde scepsis legt Halsema aan de dag in de #MeToo-discussie. Die is goed en nuttig, vindt ze, maar ook te ver doorgeschoten. „Als je alles seksisme noemt, wordt het heel moeilijk om seksueel geweld te onderscheiden. Een heldere publieke discussie is niet gebaat bij generalisaties en permanent slachtofferschap.”

    Verwacht van Halsema ook weinig compassie met de aanhangers van het begrip ‘safe space’, die sprekers met ongewenste opvattingen willen weren van academische instellingen. Zoals de Rietveld Academie, die in januari een bijeenkomst annuleerde met twee kunstcritici omdat ze volgens Halsema „een afwijkende mening hebben in de #MeToo-discussie”.

    Lees ook: De rommelige aanloop naar de benoeming van Femke Halsema
  4. Racisme

    Halsema is vóór de multiculturele samenleving, tégen identiteitspolitiek. In Amsterdam zal ze zich moeten mengen in het debat over institutioneel racisme en koloniaal verleden. De partijen Denk en Bij1 van Sylvana Simons zitten sinds maart in de gemeenteraad, het stadsbestuur wil een slavernijmuseum en Zwarte Piet zorgt elk jaar voor beroering.

    Met militante anti-racisten heeft Halsema net zo weinig geduld als met radicale feministen. „Als je alles racisme noemt, kun je de echte racisten niet meer vinden.” Ze is tegenstander van de term ‘white privilege’, die gangbaar is onder actievoerders en linkse politici. Praten in dat soort termen, schrijft Halsema, „devalueert mensen tot de kleur van hun huid en ontdoet hen van hun goede en slechte intenties: enkel door wit te zijn is er een racistische voorbeschiktheid, nederigheid jegens de zwarte medemens is de enige juiste houding”.

    De Zwarte Piet-discussie noemt Halsema in 2013 „een beetje futiel”, al pleit ze wel voor meer introspectie over de zwarte bladzijden in de Nederlandse geschiedenis. In de loop van de tijd lijkt ze op te schuiven: begin dit jaar schrijft ze over „het redelijke verlangen om de traditie van Sinterklaas te kunnen bevrijden van de kwetsende figuur van Zwarte Piet”. Maar écht partij kiezen doet ze niet.

  5. Islam

    Na haar vertrek uit de landelijke politiek reisde Halsema door de islamitische wereld. Ze maakte de documentaireserie ‘Seks en de zonde’, over zedelijkheid en de positie van vrouwen in de islam.

    Als politica en publicist wordt Halsema al jaren heen en weer geslingerd tussen haar opvattingen over vrouwenemancipatie en het liberale principe van keuzevrijheid. Ze veroorzaakte ooit opschudding door islamitische vrouwen op te roepen hun hoofddoek „af te slingeren”. Maar ze verdedigde ook, „zij het met bezwaard gemoed”, het recht van een vrouw om een nikab te dragen. „Zoals ik mijn uitingsvrijheid opeis, zo mag zij dat ook. Zelfs als het symbool waarmee zij zich tooit, in het overgrote deel van de wereld juist synoniem is aan de onderdrukking van vrouwen.”

    Als burgemeester krijgt Halsema straks te maken met een boerkaverbod. Korpschef Pieter-Jaap Aalbersberg zei al eens dat handhaving van het verbod voor de Amsterdamse politie geen prioriteit is.

    Als burgemeester van Amsterdam wordt Femke Halsema straks strenger beoordeeld dan een man, zeggen experts. Lees daarover: een vrouw doet het niet snel goed
  6. De rechtsstaat

    Als er één constante is in Halsema’s denken, dan is het deze: de rechtsstaat gaat boven alles. Dat komt mooi uit, want als burgemeester is ze verantwoordelijk voor het handhaven van de rechtsstaat in de hoofdstad.

    Het recht op demonstreren is „bijkans heilig”, in de woorden van Eberhard van der Laan. Daar keek Halsema nooit anders tegenaan. Hetzelfde geldt voor de vrijheid van meningsuiting: die is voor haar onbegrensd. Ze verdedigde in het verleden het recht van politici als Wilders om kwetsende en stigmatiserende uitspraken te doen. In het parlement, zo schijft ze, „dient ruimte te zijn voor de geaccepteerde opvattingen, maar ook en juist voor de niet-geaccepteerde en zelfs onacceptabele opvattingen”.

    Toch zal Halsema als burgemeester ook wetten moeten gaan handhaven waar ze het niet mee eens is. Ze was de afgelopen jaren kritisch over „de ene incidentwet na de andere” die het parlement zou hebben aangenomen om terreur tegen te gaan. „Uit angst voor criminelen en terroristen perken we onze privacy en vrijheid in.” Ook sprak Halsema zich uit tegen het afpakken van paspoorten van Syriëgangers.

    En hoe strak zal ze het kraakverbod handhaven? Leden van vluchtelingencollectief We Are Here kraakten onlangs weer een pand in Amsterdam-West. Dit zou wel eens eerste rechtstatelijke test kunnen worden voor Halsema. Als ze niet aanstuurt op ontruimen, krijgt ze het verwijt dat ze de wet niet handhaaft. Doet ze het wel, dan zullen haar linkse bondgenoten zeggen dat ze een rechtse regent is geworden.

    • Thijs Niemantsverdriet