Kate Sinha licht haar kandidatuur toe.
Wat zou haar directeurschap betekenen?
Kate Sinha, 25 juni 2018
Door te spelen met opinies, en deze op theatrale wijze tegen elkaar uit
te spelen, creëert Kirac een ruimte waarin het gepolariseerde publieke
debat weer van een afstand kan worden bekeken. Dit is de esthetische
mogelijkheid van kunst, die ik als artistiek directeur van het
Stedelijk Museum centraal zou stellen.
De manier waarop ik kunst benader, staat haaks op de mores die nu in
het globale en lokale kunstcircuit dominant zijn, en die het museum nu
in een impasse houden.
Steven ten Thije, curator van het Van Abbe museum, is een goed
voorbeeld van wat nu in de kunstwereld leidend is. Hij stelt in Kirac
aflevering 13 dat het aan ‘provocatieve kunst’ ligt dat “het er de
afgelopen twintig jaar niet gezelliger op is geworden”. Hij ziet
provocatie en openheid in kunst dus als een oorzaak van de verharding
van de discussie die we de laatste tijd zien, en dus is zijn conclusie
dat kunst voorzichtiger zal moeten worden.
Naast het feit dat voorzichtige kunst zichzelf onmiddellijk overbodig
maakt omdat het nergens over durft te gaan, herken ik juist een
tegenovergesteld verband: naarmate kunst zich de afgelopen jaren steeds
sterker is gaan profileren als morele hoeder van de samenleving, heeft
zij zich ook steeds sterker afgewend van alles wat zij als slecht of
onwelgevallig kenmerkt.
Zo vertelt Beatrix Ruf, voormalig directeur van het Stedelijk Museum,
in een artikel in de Volkskrant hoe zij het museum aanwendt als
tegenwicht van het ‘populisme’. Maar wat dat populisme vervolgens
inhoudt, of waar het door komt, wie de populisten zijn, evenals het
feit dat haar uitspraken een vorm van populistische retoriek zijn -
daar staat ze niet bij stil. Elke vorm van interesse voor het
gekenmerkte probleem ontbeert zij, want het is niet goed, en behoeft daarom
geen nadere beschouwing; laat staan dat het een plek in het museum
verdient.
Op deze manier krijgt een volstrekt eenzijdig beeld van wat slecht is
volop de ruimte om zichzelf op gemakzuchtige wijze te bevestigen ten
overstaan van een publiek dat het er mee eens is. Een publiek dat het
er niet mee eens is voelt zich immers al lang niet meer welkom in het
museum, voelt zich weldegelijk buitengesloten. Op die manier is de
vijand altijd de andere groep. De reden dat ik juist dit als een gevaar
zie, is omdat ik hierin de kern zie van de polarisering van het debat.
Pas als de kunst, en daarmee vooral ook de belangrijke culturele
instituten die de kunst vertegenwoordigen, ook de 'slechte' kanten van de
samenleving, de mens en de tegenstrijdigheden van het leven, toelaten
in een holistisch, realistisch en eerlijk perspectief op mens en
samenleving, ontstaat er ruimte voor een open, minder gespannen
dialoog. Kunst is bij uitstek de arena waarin deze dialoog op
geciviliseerde, want gesublimeerde wijze mogelijk is. De beste kunst
gaat namelijk over goed én kwaad, en hoe dit door elkaar heen loopt.
Net als in het echte leven. Kunst kan daarin realistisch zijn.
Zodra het Stedelijk Museum zich onder mijn leiding openstelt voor een
dergelijke kunstopvatting, zal zij daardoor meteen vrijer zijn om zowel
een relevante als originele artistieke koers te varen. De uitdaging
ligt namelijk in het aanbieden van een werkelijk divers programma, en
dit kan alleen wanneer zij de werkelijke diversiteit van de samenleving
erkent, evenals de esthetische positie van de kunst daartoe. Wereldwijd
worstelen musea, kunstenaars en curatoren met deze kwestie, en met de
voorhoedepositie die het Stedelijk Museum op deze manier onder mijn
leiding zou verwerven, zal het museum ook internationaal hoge ogen
gooien.
Ik doe hierbij twee concrete tentoonstellingsvoorstellen, om een beeld te schetsen:
Een Blockbuster show met schilder Kerry James Marshall
Kunstenaar Kerry James Marshall maakt prachtig werk omdat hij zowel de
complexiteit van zijn onderwerp, “de zwarte kunstenaar”, alsook zijn
artistieke traditie, “de schilderkunst”, serieus neemt, waardoor hij de
toeschouwer werkelijk iets laat zien, in plaats van verveeld en
gemakzuchtig de geijkte denkpatronen omtrent racisme te reproduceren.
Zijn werk is enorm succesvol op de kunstmarkt, en valt dus onder de
“jet-set” kunst, die volgens het advies van de Amsterdamse kunstraad
niet interessant is voor het Stedelijk museum. Een grote
overzichtstentoonstelling van Kerry James Marshall zou niet alleen
een
geweldige kans zijn om de beste werken bij elkaar te zien, maar zou ook
laten zien hoe goede kunst altijd de platte categorieën waarin men het
in wil delen (wel of niet “jet-set”, wel of niet “zwart”) overstijgt.
Zes jaar geleden was het vanwege Kerry’s toen nog bescheiden roem
weliswaar makkelijker geweest om deze show bij elkaar te krijgen, maar
nu zouden de niet geringe inspanningen een spectaculaire blockbuster
show opleveren, waar iedereen op afkomt.
Kerry James Marshal, Vignette, 2003
Acrylic on fiberglass
72 × 108 in; 182.9 × 274.3 cm
Omdat blockbuster shows veel bezoekers genereren, is er daarnaast ruimte
om met kleinere of controversiele tentoonstellingen te experimenteren.
YouTube Arena. Een tentoonstelling.
Een ander fenomeen dat ik graag aandacht zou willen geven is de
kunsttraditie die zich nu met name op YouTube ontwikkelt. Films van
kunstenaars zoals Sam Hyde, Tarik Sadouma, en ook ons eigen Kirac,
zijn voorbeelden van Vlog-achtige kunstuitingen waarbij het verhaal
zich ontwikkelt terwijl het in de camera verteld wordt, waardoor de
betrokkenheid van de verteller een betekenisvol verband aangaat met de
ontwikkeling van het vertelde verhaal. Ik zou graag met een show
reflecteren op het bedwelmende, hypnotische, sociaal-realistische
karakter van deze kunstvorm, die greep probeert te krijgen op de
realiteit, door de realiteit als theater te beschouwen. In zekere zin
behoort ook het werk van Jordan Peterson hiertoe, ook al ziet hij
zichzelf niet als kunstenaar. Een dergelijke contextualisering zou een
manier zijn om na te denken over de betekenis van zijn werk en de
aantrekkingskracht die het op mensen heeft.
Performer and comedian Sam Hyde
|
|
|